1 Kronieken 4:10 (NBG)
Jabes nu riep de God van Israël aan met de woorden:
Wil mij toch overvloedig zegenen
en mijn gebied vergroten;
laat uw hand met mij zijn;
weer van mij het kwade,
zodat mij geen smart treft!
En God schonk wat hij had gevraagd.
1 Kronieken 4:10 (DNB)
Jabes bad tot de God van Israël:
‘Zegen mij: maak
mijn grondgebied groot
en bescherm me tegen het kwaad,
zodat ik geen pijn hoef te lijden.’
God gaf hem wat hij gevraagd had.
1 Chronicles 4:10 (NKJV)
And Jabez called on the God of Israel saying,
“Oh, that You would bless me indeed,
and enlarge my territory,
that Your hand would be with me,
and that You would keep me from evil,
that I may not cause pain!”
So God granted him what he requested.