Psalm 119:18 (DNB)
Neem de sluier van mijn ogen – dan zal ik zien
hoe wonderlijk mooi uw wet is.
Johannes 10:27-30
27 Mijn schapen horen naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij,
28 en Ik geef hun eeuwig leven
en zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid
en niemand zal ze uit mijn hand roven. 29
Wat mijn Vader Mij gegeven heeft,
gaat alles te boven en niemand kan iets roven uit de hand mijns Vaders.
30 Ik en de Vader zijn één.
LIEVE VADER,
IK LOOF EN PRIJS U MET GEHEEL MIJN HART
UIT DANKBAARHEID AANBID IK U
U GAF UW ZOON OP DEZE AARDE,
ZODAT IK DOOR HEM EEUWIG LEVEN KAN ONTVANGEN
IK VERLANG NAAR EEN DIEPERE INTIEME RELATIE MET U
HEILIGE GEEST VUL MIJ STEEDS WEER
ZODAT MIJ HART ZAL
OVERSTROMEN VAN UW LEVEND WATER
IK HOU VAN U EN KOESTER U IN MIJN HART
U BENT DE GOEDE HERDER
MAAK DAT MIJN HART
EEN LIEFDE ZAL HEBBEN VOOR DE BRUIDEGOM
ZODAT HIJ ZAL ZIJN DE GELIEFDE VAN MIJN HART
HEILIGE GEEST OPEN DE DIEPTE VAN UW HART
IN MIJN GEDACHTEN
IK VERLANG ZO VERLIEFD OP U TE ZIJN,
ZOALS IK NOG NOOIT EERDER BEN GEWEEST
U ALLEEN BENT BIJ MACHTE MIJ TE LEREN
VANUIT GELOOF WEET IK DAT U REEDS WERK DOOR MIJ
DOOR MIJN GEBEDEN
ZODAT IK DOOR HEM EEUWIG LEVEN KAN ONTVANGEN
IK VERLANG NAAR EEN DIEPERE INTIEME RELATIE MET U
HEILIGE GEEST VUL MIJ STEEDS WEER
ZODAT MIJ HART ZAL
OVERSTROMEN VAN UW LEVEND WATER
IK HOU VAN U EN KOESTER U IN MIJN HART
U BENT DE GOEDE HERDER
MAAK DAT MIJN HART
EEN LIEFDE ZAL HEBBEN VOOR DE BRUIDEGOM
ZODAT HIJ ZAL ZIJN DE GELIEFDE VAN MIJN HART
HEILIGE GEEST OPEN DE DIEPTE VAN UW HART
IN MIJN GEDACHTEN
IK VERLANG ZO VERLIEFD OP U TE ZIJN,
ZOALS IK NOG NOOIT EERDER BEN GEWEEST
U ALLEEN BENT BIJ MACHTE MIJ TE LEREN
VANUIT GELOOF WEET IK DAT U REEDS WERK DOOR MIJ
DOOR MIJN GEBEDEN
Psalmen 84:11
Want één dag in uw voorhoven is beter dan duizend (elders);
ik wil liever staan aan de drempel van het huis mijns Gods
dan verblijven in de tenten der goddeloosheid.
Marcus 11:24
Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft,
dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.
Jesaja 65:24
En het zal geschieden, dat Ik antwoorden zal, voordat zij roepen;
terwijl zij nog spreken, zal Ik verhoren.